Veel winst te behalen met vernieuwing van testamenten

Veel winst te behalen met vernieuwing van testamenten

Regelmatig kom ik testamenten tegen die al heel wat jaren geleden zijn opgemaakt. Vaak zijn dat testamenten die zijn opgemaakt in de tijd dat het eerste huis werd gekocht of toen de kinderen nog jong waren en er een voogd werd aangewezen.

Het gaat dan meestal om “langstlevende testamenten” om te zorgen dat bij overlijden van één van de partners de woning, inboedel, rekeningen en ander bezit eerst naar de andere partner overgaat en niet aan de kinderen hoeft te worden uitgekeerd.

In de afgelopen jaren is er veel vernieuwd, bijvoorbeeld nieuw erfrecht in 2003 en een nieuwe erfbelasting in 2010. Hoewel het erfrecht voor sommige gevallen nu in de wet is geregeld, zijn er andere gevallen waarvoor een testament noodzakelijk is.

Ook kan door een slimme clausule aan het testament toe te voegen vaak flink op (erf)belasting worden bespaard.

Hieronder geeft ik een aantal voorbeelden:

1. Samenwoners (met kinderen)

De regeling in de wet dat het gehele bezit naar de langstlevende gaat geldt alléén voor partners die gehuwd zijn en kinderen hebben. Samenwoners die hetzelfde willen regelen zullen een testament moeten opmaken. Voor samenwoners met kinderen is het opmaken van alleen een samenlevingscontract (zonder testamenten) niet voldoende.

2. Privéclausule (of Uitsluitingsclausule)

Door deze clausule in een testament op te nemen zorgt je ervoor dat het erfdeel dat een kind uit een erfenis krijgt privé blijft en voorkom je dat het kind bij echtscheiding de helft van het erfdeel moet delen met zijn of haar ex-partner.

3. Kleinkinderen-clausule

In een langstlevende testament wordt (over het algemeen) geregeld dat na overlijden van een van de partners de andere partner (“de langstlevende”) 100% eigenaar wordt van het gehele bezit. De kinderen krijgen geen bezit, maar krijgen hun erfdeel “op papier”.

Dit betekent dat ze hun erfdeel niet kunnen opeisen zolang de langstlevende nog in leven is. Over dit erfdeel van het kind moet al wèl erfbelasting worden betaald. Die erfbelasting moet betaald worden als het erfdeel van het kind meer dan circa euro 20.000,– waard is.

Deze erfbelasting zou voorkomen kunnen worden door in het testament niet alleen de kinderen, maar ook kleinkinderen een “erfdeel op papier” te geven. Dit komt omdat het bedrag dat van erfbelasting is vrijgesteld (euro 20.000,–) niet alleen geldt pèr kind, maar ook geldt pèr kleinkind dat erft. Met die clausule gaat dus een groter deel van de erfenis vrij van erfbelasting naar de volgende generaties.

4. AWBZ-clausule

Bij opname in een verzorg- of verpleeginstelling moet je een eigen bijdrage betalen (AWBZ). Hoe hoog die eigen bijdrage is, hangt tegenwoordig af van je vermogen. De eigen bijdrage kan worden verlaagd door een AWBZ-clausule in het testament op te nemen. Dan kunnen de “erfdelen op papier”van de kinderen van het vermogen worden afgetrokken. Dit geldt oveigens alleen wanneer een van de partners al is overleden en de andere partner (weduwe of weduwnaar) in de verzorg- of verpleeginstelling wordt opgenomen.

Heeft u vragen of opmerkingen, dan kunt u contact met mij opnemen. Jaap Boon