Volgens testament 11-jarig zoontje enig erfgenaam

Volgens testament 11-jarig zoontje enig erfgenaam

Volgens testament 11-jarig zoontje enig erfgenaam

Het is verstandig om een testament te laten aanpassen, vooral bij grote gebeurtenissen, zoals de geboorte van een kind, zo blijkt uit de volgende uitspraak van Hof Den Haag.

In 2003 had een man een testament opgemaakt, waarin hij zijn vriendin als enig erfgenaam had aangewezen. Aan deze benoeming waren een aantal voorwaarden gekoppeld, namelijk dat op het moment van het overlijden van de man:
– er geen sprake zou zijn van een huwelijk.
– er geen afstammelingen zouden zijn;
– en de relatie met de vriendin niet zou zijn geëindigd;

Verder hadden de man en zijn vriendin op dezelfde dag een samenlevingscontract afgesloten met daarin een wederzijds nabestaandenpensioen en een clausule waarmee de woning bij overlijden over zou gaan naar de achterblijvende partner.

Een jaar later werd een zoon geboren. Maar het testament werd daarna niet aangepast. In 2013 kwam de man te overlijden. Bij de afwikkeling van zijn erfenis kreeg zijn 11-jarige zoon van de belastingdienst een aanslag erfbelasting opgelegd voor de hele waarde van de erfenis. De belastingdienst was namelijk van oordeel dat de vriendin geen erfgenaam was van de man, aangezien door de geboorte van hun zoon haar aanwijzing als erfgenaam was komen te vervallen.

De vriendin stelde beroep in tegen deze belastingaanslag bij de Rechtbank en later bij het Hof Den Haag. In deze rechtszaak werd aangevoerd dat het nooit de bedoeling was geweest om alleen de zoon tot erfgenaam te benoemen, maar dat het de intentie van de man was dat ook de vriendin voor de helft uit de erfenis zou verkrijgen. Aangezien een partner een groot bedrag vrij van erfbelasting kan erven, zou het toewijzen van deze eis een aanzienlijk lagere aanslag erfbelasting betekenen.

In de uiteindelijke uitspraak stelt het Hof Den Haag voorop dat de erfbelasting, voor wat betreft de vraag wie erfgenaam is, aansluit bij het testament. Uit het testament is niet op te maken dat de vriendin recht heeft op een deel van de erfenis, zodat slechts de zoon als erfgenaam is aan te merken. Verder geeft het Hof aan dat de tekst van het testament duidelijk is en dat uit het testament en uit het samenlevingscontract niet is op te maken dat het de intentie van de man is geweest om zijn vriendin ook als erfgenaam aan te wijzen in het geval er kinderen zouden zijn. Ook clausules in een samenlevingscontract waaruit de bedoeling van verzorging van de partner blijken maken dat niet anders.

De conclusie van de uitspraak van Hof Den Haag is dat de belastingaanslag terecht aan de zoon is opgelegd en voor een juist bedrag aan erfbelasting.