De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (de AWBZ) is bedoeld voor mensen
die door langdurige ziekte, thuis of in een zorginstelling, verzorging nodig hebben.
Wie gebruik maakt van de AWBZ moet daarvoor een eigen bijdrage betalen.
Hoe hoog de eigen bijdrage is, hangt ondermeer af van uw inkomen, vermogen,
leeftijd en uw persoonlijke situatie.
Sinds 1 januari van dit jaar is voor veel mensen de eigen bijdrage voor de
AWBZ fors verhoogd. De eigen bijdrage kan daarbij oplopen tot ongeveer
euro 2.200,– per maand.
De belangrijkste reden voor deze verandering is dat per 1 januari 2013
naast het inkomen ook het vermogen wordt meegeteld voor het vaststellen van de
eigen bijdrage.
Dit vermogen hoeft niet alleen uw spaargeld te zijn, maar kan ook zijn een
nog niet verkochte of een verhuurde woning.
Wat zijn uw mogelijkheden om een hoge eigen bijdrage te voorkomen?
De oplossingen om deze eigen bijdrage te verlagen liggen met name in het
overhevelen van uw vermogen.
Hierbij kunt u denken aan de volgende aanpassingen:
- zorgen voor een langstlevende-testament dat inspeelt op deze nieuwe situatie;
- het aanpassen van uw bestaande testament door op te nemen dat het “papieren
erfdeel” door de langstlevende kan worden uitbetaald aan de kinderen onder meer
bij opname in een verzorginstelling (of andere AWBZ situaties); - het overdragen van vermogen, bijvoorbeeld in de vorm van het erkennen van een
schuld aan de (klein)kinderen, ook wel “papieren schenking” genoemd.
Voor de vaststelling van de eigen bijdrage voor de AWBZ wordt een peiljaar
genomen dat 2 jaar eerder ligt, dan het jaar dat u er gebruik van maakt. Het is
dus verstandig tijdig deze maatregelen te treffen.
Wilt u weten wat uw mogelijkheden zijn, neemt u dan contact op voor een
gratis adviesgesprek met Jaap Boon of Willem van der Veen.