Bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet in strijd met gelijkheid

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet in strijd met gelijkheid

Op 13 juli 2012 oordeelde Rechtbank Breda dat de Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel (van o.a. het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens) omdat wanneer een ondernemer overlijdt en de erfgenamen de onderneming voortzetten, zij (onder voorwaarden) geen erfbelasting hoeven te betalen over de waarde van de onderneming, terwijl erfgenamen die niet van een ondernemer erven wèl erfbelasting over de gehele waarde van de erfenis moeten betalen.

De reden voor het bestaan van deze Bedrijfsopvolgingsfaciliteit is dat wanneer de erfgenamen bij overlijden van de ondernemer direct over de waarde van de onderneming erfbelasting zouden moeten betalen, dat de onderneming in betalingsmoeilijkheden zou kunnen brengen en ook de continuïteit van de onderneming in gevaar zou kunnen brengen. De uitspraak van de Rechtbank Breda heeft veel stof laten opwaaien, aangezien de uitspraak de manier van heffing van erfbelasting bij ondernemers grondig zou veranderen.

Op 18 april 2013 heeft het Gerechtshof Den Bosch in hoger beroep echter de uitspraak vernietigt door aan te geven dat de overheid geoorloofd was met de Bedrijfsopvolgingsfaciliteit onderscheid te maken tussen ondernemers en niet-ondernemers om daarmee de continuïteit van ondernemingen te waarborgen en bij het vaststellen van die faciliteit niet haar beoordelingsvrijheid te buiten is gegaan.

Inmiddels is deze kwestie ook aan de Hoge Raad voorgelegd, maar aangezien er al meerdere uitspraken zijn gedaan die de uitspraak van Gerechtshof Den Bosch steunen, is het niet de verwachting dat de Bedrijfsopvolgingsfaciliteit definitief tot het verleden zal gaan behoren.

Meer weten over deze uitspraken of de werkingen en voorwaarden van de Bedrijfsopvolgingsfaciliteit, neem dan contact op met notaris Jaap Boon.