Bij de bekendmaking van deze maatregelen is niet verder meer gesproken over de verhoging van de belasting op (spaar)vermogen ook wel “vermogensrendementsheffing” of “Box 3”-belasting genoemd. Dat komt omdat die maatregel al eerder was aangenomen en dus op zich geen nieuwe maatregel is. Maar deze belastingverhoging gaat ook per 1 januari 2017 in werking treden.
Op dit moment wordt vermogen geheven alsof er 4% rendement op wordt gehaald (ongeacht of iemand spaart of belegt). Per 1 januari 2017 verandert dat en zijn er 3 schijven:
Bij vermogen tot euro 100.000 wordt gerekend met 2,9% rendement, daarboven tot euro 1.000.000 wordt gerekend met 4,7% en daar weer boven met 5,5%.
De belastingheffing is vervolgens tegen een tarief van 30% over dat rendement.
Bezwaar tegen deze vermogensrendementsheffing is dat op dit moment een rendement van 2,9% en zeker 4,7% en 5,5% meestal niet wordt gehaald (zeker niet als rente op spaargeld).
Er zijn wel wat mogelijkheden om deze belasting te voorkomen of het rendement te verhogen:
1. Gebruik spaargeld voor aflossing hypotheek
Zolang het rendement (bijv. rente) op je spaargeld minus de Box-3 belasting daarover, minder is dan de hypotheekrente die je per jaar moet betalen, is het gunstig om op de hypotheek af te lossen. Daarmee verlaag je ook je woonlasten. Wel moet je goed oppassen voor boeterente bij aflossing. Verder is het aflossen van een spaarhypotheek niet altijd gunstig, omdat je in feite belastingvrij spaart tegen dat hogere rentetarief.
2. Geld uitlenen voor een hypotheek binnen de familie
Iemand met voldoende spaargeld kan geld uitlenen aan een familielid tegen bijv. een vergelijkbare rente als die een hypotheekbank zou rekenen. Het familielid dat leent heeft ook bij zo’n familielening recht op hypotheekrenteaftrek. En het familielid dat uitleent heeft dan meer opbrengst dan de lage spaarrente. Wel is het van belang dat de onderlinge afspraken duidelijk op papier worden gezet.
3. Richt een Spaar B.V. op
Een laatste manier om de hogere Box-3 heffing te voorkomen is om een Spaar B.V. op te richten. Het vermogen in zo’n vennootschap is namelijk niet in Box-3 maar in Box-2 belast.
Bij die Box-2 heffing wordt wèl het werkelijke rendement belast. Of overheveling van spaarvermogen gunstig uitpakt zal onder meer afhangen van de hoeveelheid spaarvermogen dat wordt overgeheveld en het rendement dat daarop kan worden gemaakt.
Voor meer informatie over deze besparingen kun je contact opnemen voor een vrijblijvend advies.
Bij vermogen tot euro 100.000 wordt gerekend met 2,9% rendement, daarboven tot euro 1.000.000 wordt gerekend met 4,7% en daar weer boven met 5,5%.
De belastingheffing is vervolgens tegen een tarief van 30% over dat rendement.Bezwaar tegen deze vermogensrendementsheffing is dat op dit moment een rendement van 2,9% en zeker 4,7% en 5,5% meestal niet wordt gehaald (zeker niet als rente op spaargeld).
Zolang het rendement (bijv. rente) op je spaargeld minus de Box-3 belasting daarover, minder is dan de hypotheekrente die je per jaar moet betalen, is het gunstig om op de hypotheek af te lossen. Daarmee verlaag je ook je woonlasten. Wel moet je goed oppassen voor boeterente bij aflossing. Verder is het aflossen van een spaarhypotheek niet altijd gunstig, omdat je in feite belastingvrij spaart tegen dat hogere rentetarief.
Iemand met voldoende spaargeld kan geld uitlenen aan een familielid tegen bijv. een vergelijkbare rente als die een hypotheekbank zou rekenen. Het familielid dat leent heeft ook bij zo’n familielening recht op hypotheekrenteaftrek. En het familielid dat uitleent heeft dan meer opbrengst dan de lage spaarrente. Wel is het van belang dat de onderlinge afspraken duidelijk op papier worden gezet.
Een laatste manier om de hogere Box-3 heffing te voorkomen is om een Spaar B.V. op te richten. Het vermogen in zo’n vennootschap is namelijk niet in Box-3 maar in Box-2 belast.
Bij die Box-2 heffing wordt wèl het werkelijke rendement belast. Of overheveling van spaarvermogen gunstig uitpakt zal onder meer afhangen van de hoeveelheid spaarvermogen dat wordt overgeheveld en het rendement dat daarop kan worden gemaakt.
