Lening aan schoonzoon niet opeisbaar na einde relatie

Lening aan schoonzoon niet opeisbaar na einde relatie

In een eerdere Column schreef ik over de Familiebank. Daarbij kan een kind van ouders lenen en hebben die ouders een goed rendement op die geldlening. Bij leningen binnen de familie is het wèl van groot belang dat de leningsvoorwaarden goed worden vastgelegd.

Zo’n lening binnen de familie speelde ook in een rechtszaak bij het Hof Amsterdam in 2018.
In die zaak had een moeder in 2009 aan haar dochter en schoonzoon een geldbedrag van meer dan 1 miljoen euro geleend voor de aankoop van hun nieuwe woning.
De dochter en schoonzoon hoefde over de lening maar een lage rente van 1% te betalen. Verder was het een aflossingsvrije lening, zodat die lening pas aan het einde van de looptijd van 30 jaar hoefde te worden terugbetaald.

De eerste paar jaren ging het goed en kreeg het stel 2 kinderen. Maar er ontstonden problemen in hun relatie en na 5 jaar gingen ze uit elkaar. Door het einde van die relatie, bekoelde ook de verhoudingen tussen de moeder en schoonzoon.

Toen de dochter en schoonzoon vervolgens achterliepen met de rentebetalingen eiste de moeder in een keer de volledige geldlening op. In de geldleningsovereenkomst stond namelijk dat de hoofdsom direct opeisbaar was bij het niet voldoen aan verplichtingen van de geldleningsovereenkomst.

Dit geschil werd uiteindelijk aan het Hof Amsterdam voorgelegd. Die besliste in de uitspraak van 27 november 2018 dat de moeder niet in haar recht stond om direct de volledige lening op te eisen. Daarbij speelde volgens het Hof de volgende factoren een rol:

– Tijdens de eerdere jaren kreeg het stel van de moeder extra schenkingen waaruit die rente werd betaald, zodat zij eerder geen rente betaalden;
– Toen de moeder kort na het einde van de relatie de schoonzoon aanmaande om de rente te betalen, was hij te laat met die rente betalingen, maar is die rente (met vertraging) uiteindelijk wèl volledig betaald.
– Verder rekende de moeder, gezien de familieverhoudingen, er bij het sluiten van de lening niet op dat zij binnen de 30 jaar de lening zouden aflossen.

Gezien deze factoren kwam het Hof tot het oordeel dat het opeisen van de lening in strijd was met de redelijkheid en dat de moeder hierdoor misbruik maakte van haar rechten.

Waarschijnlijk was deze rechtszaak anders afgelopen wanneer in de leningsovereenkomst was opgenomen dat de geldlening direct opeisbaar was bij het eindigen van de relatie tussen de dochter en de schoonzoon.

Voor meer informatie over de Familiebank of leningsovereenkomsten kun je contact opnemen.