Bij een faillissement van een onderneming met een frauderende bestuurder, treft de curator over het algemeen een lege boedel aan (of een boedel met alleen maar schulden).
In die gevallen zal er geen administratie zijn bijgehouden, zodat ook niet is na te gaan waar de bezittingen van de onderneming naartoe zijn gesluisd.
Om dit soort faillissementsfraude beter tegen te kunnen gaan heeft Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) een aantal wettelijke maatregelen getroffen, die op 6 april 2016 door de Eerste Kamer zijn aangenomen. Het gaat daarbij om maatregelen zoals de extra strafbaarstelling bij faillissementsfraude en het (civielrechtelijke) bestuursverbod.
Extra strafbaarstelling bij faillissementsfraude
Om fraudeurs harder en effectiever te kunnen aanpakken bij faillissementsfraude is een bestuurder van een onderneming strafbaar bij het (opzettelijk) ontbreken van een (duidelijke) administratie. Bij het overtreden van deze administratieplicht kan die bestuurder dus strafrechtelijk veroordeeld worden.
(Civielrechtelijke) bestuursverbod
Een ander groot probleem bij het bestrijden van faillissementsfraude is dat zelfs fraudeurs die voor faillissementsfraude zijn veroordeeld, makkelijk opnieuw een onderneming kunnen starten of een onderneming kunnen overnemen.
Op dit moment is bij het oprichten van een nieuwe onderneming of het overnemen van een bestaande onderneming namelijk niet te controleren of de oprichter en/of (nieuwe) bestuurder van een onderneming strafrechtelijk is veroordeeld.
Om dat probleem tegen te gaan kan de rechter in het vervolg de bestuurder die faillissementsfraude heeft gepleegd een civielrechtelijk bestuursverbod opleggen. Daardoor kan de frauderende bestuurder voor maximaal 5 jaar niet opnieuw tot bestuurder worden benoemd.
Aangezien dit bestuursverbod in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel zal worden ingeschreven kan de Kamer van Koophandel en de notaris vooraf controleren dat bij het opstarten van een nieuwe onderneming of het overdragen van een bestaande onderneming geen veroordeelde bestuurders worden benoemd.
Om dit bestuursverbod te kunnen opleggen moet de frauderende bestuurder wel onherroepelijk wegens faillissementsfraude zijn veroordeeld. Als er vermoedens en aanwijzigingen zijn van fraude, maar nog geen veroordeling heeft plaats gevonden dan kan dit bestuursverbod nog niet worden opgelegd.
Deze wettelijke maatregelen van de extra strafbaarstelling bij faillissementsfraude en het civielrechtelijke bestuursverbod treden waarschijnlijk per 1 juli 2016 in werking.