Wanneer een vereniging, stichting of vennootschap geen functie meer heeft, hoe kan je die dan beëindigen en waar moet je dan op letten?
Om een vereniging, stichting of vennootschap (hierna te noemen: “een rechtspersoon”) te beëindigen wordt (meestal) door de bestuurders een besluit tot ontbinding genomen.
Vanaf dat moment is die rechtspersoon niet meer actief, maar blijft nog wel voortbestaan, zodat het vermogen kan worden verdeeld (dat heeft “vereffening”).
Voor die vereffening kent de wet een officiële procedure waarbij de vereffenaar een rekening en verantwoording en een plan van verdeling moet maken. Die moet worden gedeponeerd en worden aangekondigd en daartegen kunnen schuldeisers zonodig bezwaar maken.
Pas nadat al die stappen met succes zijn doorlopen kan de rechtspersoon definitief bij de KVK worden uitgeschreven.
Bij verreweg de meeste ontbindingen (volgens een steekproef in 2016 zelfs 90%) vindt er een zogenaamde “turboliquidatie” plaats. Daarbij wordt vóór de ontbinding het vermogen van de rechtspersoon al verdeeld, zodat er op het moment van de verdeling geen bezittingen (“baten”) meer zijn. Vervolgens houdt de rechtspersoon die geen baten meer heeft op te bestaan en kan direct worden uitgeschreven bij de KVK.
Turboliquidaties hebben de laatste tijd een slechte naam gekregen, aangezien die route ook wordt gevolgd door bestuurders die via een “flits-BV” of “plof-BV” frauderen en vervolgens de BV snel opheffen en leveranciers met lege handen achter laten.
In de meeste gevallen is er bij een turboliquidatie echter niets aan de hand. Zeker wanneer de rechtspersoon al langere tijd niet meer actief is en geen (grote) schulden heeft, kan op deze eenvoudige manier het vermogen onder de schuldeisers worden verdeeld.
Heeft de rechtspersoon grotere schulden of meer schulden dan bezittingen, dan zul je voorzichtig te werk moeten gaan bij de ontbinding en vereffening. Ga je dan zomaar turboliquideren, dan zou je als bestuurder aansprakelijk kunnen worden gesteld als je daarmee schuldeisers te kort doet.
Verder moet je ook goed nagaan of er nog schulden zijn die later zijn te verwachten, zoals belastingaanslagen, af te dragen premies en verplichtingen uit langlopende contacten.
Zijn er nog garanties afgegeven waarvan de looptijd nog niet is verlopen, of staat de rechtspersoon op ander manier borg voor een ander?
Ook moet goed worden gecheckt via het kadaster of de rechtspersoon nog onroerend goed op haar naam heeft staan, en via KVK of de rechtspersoon eigenaar of bestuurder is van andere vennootschappen.
Mochten er na de beëindiging van de rechtspersoon toch nog belangrijke bezittingen boven tafel komen dan kan de rechtspersoon weer tot leven worden gewerkt, maar dat zal in principe via de rechtbank moeten verlopen.